Mondverzorging

1. In de mond worden ziektes als eerste zichtbaar en deze zijn: Kies de drie juiste antwoorden.

(Zet het begrip en de omschrijving naast elkaar)

Wat is de betekenis van de volgende begrippen:

Waaruit bestaat de preventie bij mondverzorging? Kies de 5 juiste antwoorden.

Wat betekenen de volgende begrippen? (Sleep de verklaring bij het begrip)

Onder een goede mondconditie verstaan we:
(meerdere antwoorden mogelijk)

Welke bewering over haptonomie is juist:

Welke beschrijvingen van echt contact maken zijn juist? (meerdere antwoorden mogelijk)

Wat zijn doelen van mondverzorging? (meerdere antwoorden mogelijk)

Stelling:

Een zieke mond is eenvoudiger te verzorgen dan gezond tandvlees

Stelling:

Bij wilsbekwame cliënten wordt overlegd met de contactpersoon om de mate van mondzorg en functioneren van de mond af te stemmen overeenkomstig de wensen van hulpverlener.

Stelling:

Bij wilsonbekwaamheid is het de verantwoordelijkheid van de instelling om naasten te informeren over de risico’s en keuzes die gemaakt moeten worden.

Welke eisen stelt de richtlijn mondzorg? (zet bij de termijn de juiste beschrijving)

Stelling:

de meeste ouderen hebben een goede mondgezondheid als ze in het verpleeghuis komen. Het gaat pas fout in het verpleeghuis.

Stelling

Stelling 1      Speeksel heeft niets te maken met het krijgen van gaatjes.
Stelling 2     Een vieze prothese kan een longontsteking veroorzaken.

Stelling:

bij veel medicijngebruik tegen allerlei kwalen, blijft ook de mond gezond.

Stelling:

1 Nadat alle tanden en kiezen getrokken zijn, heeft de cliënt geen problemen meer.
2 Ouderen wennen makkelijk aan een prothese.

Stelling:

1 Tijdens het poetsen moet vooral de overgang van tand naar tandvlees goed gereinigd worden
2 Implantaten hoef je niet te poetsen